Oefening: Bodyscan (10-15 minuten)

Je kunt de bodyscan in staande, zittende of liggende houding doen. Wat je zelf prettig vindt, of wat het beste uitkomt. Neem de (fysieke) houding waar waarin je bent.

1. Hoe voelt de energie in mijn lichaam nu?
Neem waar wat fysieke kenmerken zijn.

2. Hoe is de spanning/ontspanning in mijn lichaamsdelen?
– Neem de tijd om contact te maken met je lichaamsdelen van onder naar boven:
voeten (voel ze op de grond), onderbenen, knieën, bovenbenen, bekkenbodem, billen, buik, rug, armen, schouders, nek, kaken, gezichtsspieren, hoofd. Laat de delen waar je spanning voelt ontspannen. Je kunt je lijf een beetje laten bewegen om er contact mee te maken.
– Voel je lijf in het geheel. Hoe voelt de energie in je lichaam nu?

3. Hoe voelt mijn lijf aan de voorkant? Aan de achterkant? Aan de zijkanten?
Laat je lijf eventueel een beetje bewegen om meer contact te maken.

4. Hoe voelt mijn ademhaling in mijn lijf?
Je hoeft niet iets te veranderen, je neemt alleen waar. Op welke plekken in je lijf voel je de adem in- en uitstromen? Hoe is het ritme van de adem? Neem de tijd, gedurende zo’n 20 ademhalingen.

5. Welke emotie(s) voel ik nu in mijn lijf?
Hoe neem je deze fysiek waar; bv druk op borst, spanning in buik, strakke kaken, etc.

6. Welke fysieke sensaties voel ik nog meer?
– Bijvoorbeeld: welke gebieden voelen warm/koud;
– honger- en dorstprikkels; druk of beweging in maag, darmen of andere organen;
– tactiele sensaties (tastgevoel) via de huid, bv door contact met kleren, aanraking, kippenvel;
– gevoelens van druk, pijn of juist open, lustvol;
– welke gebieden voelen gestagneerd (vast) of juist beweeglijk.

Je kunt bewust een aantal keer per dag tijd inruimen voor een bodyscan.
Op ieder moment kun je een kortere of langere bodyscan doen; achter de laptop, in de rij voor de kassa, wandelend, enzovoorts.